Skip to main content

(Uit: 'De Rabbelskûte' , dorpskrant van Garyp, 8ste Jaargang Nr.5, 24 juni 2005)

Markante Garipers

Meester Pieter Lub

Master Lub is evenals ds. Minnema een man die in zijn tijd zijn stempel op het dorp gedrukt heeft. Ook naar Lub is een straatnaam vernoemd en zijn naam zal daardoor niet snel worden vergeten.

Maar wie was nu meester Lub?
Meester Lub was het tweede schoolhoofd van de Chr. Nat. School met de bijbel in Garyp. Hij volgde in 1866 meester Dehn op, die hier na de oprichting van de school twee jaar hoofd is geweest. Lub heeft aan meerdere scholen gestaan en heeft twee periodes in Garyp doorgebracht. De eerste periode was van 1866 – 1873 en de tweede periode was van 1885 – 1909.

Master LubLub was echter oorspronkelijk verbonden aan het openbaar onderwijs o.a. op Vlieland en later in Krommenie. Zijn opvattingen waren zeer modern, maar later kwam er een ommekeer in zijn leven. Omdat hij volgens overtuiging leefde was die ommekeer duidelijk te merken, maar er werd niets van gezegd, want hij was een bemind man. Maar op de openbare school in Enkhuizen werd zijn klas een klas met de bijbel en dat mocht niet! Na bezoek aan de klas van een moderne predikant en de kantonrechter moest hij zwijgen of hij kreeg een proces verbaal. Vlak daarna werd Lub benoemd op de eerste christelijke school in Enkhuizen.
In 1866 verliet Lub zijn school in Enkhuizen en werd in Garyp in het ambt ingezegend door ds Kalshoven. Kalshoven zei in zijn rede: “Stuur uw kinderen naar deze school, de school van de Here Jezus. De staatsschool is de school van de duivel”. Dat was krachtige taal en moet worden gezien in het licht van de toenmalige schoolstrijd. Lub werd beroepen op een salaris van ƒ 750,- per jaar, alsmede vrij van alle belastingen benevens vrije woning en tuin.

In Garyp op school had Lub het erg druk, want hij stond alleen voor 60 leerlingen. Soms begon hij ’s morgens om zes uur zijn vier kwekelingen al te onderrichten. Ongetwijfeld zal hij de kwekelingen ook gebruikt hebben om hem in het lesgeven te ondersteunen. Eén van de kwekelingen, Warner J. Veltman werd later hulponderwijzer. Hij ging ƒ 300,- per jaar verdienen.
Er moest toen ook een tweede lokaal worden gebouwd en er moest een kamer bij de schoolwoning komen. Timmerman Kroes bouwde het nieuwe lokaal voor ƒ 1083,- en de uitbreiding van de woning voor ƒ 551,-. De dorpsgemeenschap moest zelf het geld opbrengen, maar redde dat niet op, zodat alsnog een hypotheek moest worden gesloten.

In 1869 werden schoolexamens voor het eerst ingevoerd door meester Lub. Het schoolbestuur kwam via een rooster maandelijks op school en was ook bij de examens vertegenwoordigd. Ook de ouders werden opgeroepen hierbij aanwezig te zijn, maar die kwamen meestal niet opdagen. De kinderen kregen bij het examen melk en koek.
In mei 1871 zou koning Willem III op bezoek komen op het schoolfeest. Hier ontstond discussie over want de koning had zich niet altijd positief opgesteld in de schoolstrijd. Toch werd besloten met de koning mee te feesten, want er staat geschreven: “Vreest God, eert den koning”.
Het schoolbestuur bestond destijds uit 10 bestuursleden en een adviseur, die regelmatig vergaderden. Soms waren er behalve de agenda punten “openen met gebed” en “sluiten met dankgebed” niet meer agendapunten, zodat men na wat praten weer huiswaarts keerde. Later werd het bestuur weer teruggebracht tot 5 personen.

Meester Lub aanvaardde in 1873 een benoeming in Oldebroek, maar kwam in 1885 via Heeg toch weer terug in Garyp. Hij zou hier dan ook tot 1909 blijven. In die periode werd hij ook wel Pa-Lub genoemd. Hij werd een singulier man genoemd en drukte zijn stempel op school, dorp en omgeving. Zijn temperament was opvallend. Hij kon ‘yn ien sike skrieme en laitsje’.
Het schoolbestuur liet steeds meer aan Lub over. Hij had meerdere nevenfuncties, zoals dirigent van de muziek en hij verzorgde ook muzieklessen. Ook was bekend dat hij veel ging evangeliseren o.a. in Earnewâld, Warten en op Sumarreheide. Ook bekleedde hij belangrijke functies in het dorp en in het onderwijs hetgeen hem tot een gewaardeerd man maakte.

Daar de school het zonder subsidie moest doen moesten de leerlingen een kwartje in de week betalen. Minder vermogenden betaalden een dubbeltje en soms betaalde de diaconie dat, maar ook die verzuimde wel eens. Ook in de kerk werd gecollecteerd voor de school.
Bovendien reisde Lub stad en land af om te collecteren voor de school. De kerkenraad moest hier echter toestemming voor geven, maar gaf die niet altijd.

In 1902 werd de school verbouwd en uitgebreid. Meester Lub legde de eerste steen met als opschrift: Eerste steen gelegd door P. Lub. 4 juni 1902. Als herinnering is deze steen weer ingemetseld in de nieuw gebouwde school “De Wrâldpoarte”, die geopend is op 18 april 1962.

Lub kreeg ook problemen met o.a. veelvuldig verzuim op school. Als het thuis druk was moesten de kinderen meehelpen en als er ijs lag misten veel leerlingen. Ouders moesten eigenlijk via een briefje aan Lub vrij vragen, maar de meeste wisten niet hoe dat moest. Lub uitte daarom de volgende klachten in de bestuursvergadering:
I. Mogen wij toestaan dat kinderen jongeren dan 5 jaar op school worden toegelaten? Antwoord:
Nee
II. Veel kinderen komen te laat op school
III. Er zijn veel klachten over heidejongens. Antwoord: Dat moet uit zijn, anders moeten ze de
school verlaten.
IV. Er zijn kinderen op school die te oud zijn.
V. Er zijn kinderen, die alleen ’s winters op school komen.
VI. Sommige ouders sturen hun kinderen zomaar naar school. Besluit: Kinderen mogen alleen
toegelaten worden in de periodes 1 april – 1 mei en 1 oktober – 1 november.
VII. Er waren nog 8 andere klachten, waaruit blijkt dat lesgeven ook toen al niet gemakkelijk was.

In 1908 ontstond er een rel over het functioneren van meester Lub. Hij was toen bijna 70 jaar en had geen goede pensioenvoorziening en kon derhalve niet stoppen met werken. Er kwamen echter steeds meer bestuursleden, kerkenraadsleden en inspecteurs op bezoek in de school. Er werd gerapporteerd dat het lesgeven van Lub niet meer was wat het geweest was en er werd druk op Lub uitgeoefend om ontslag aan te vragen. Na het vertrek van een commissie zei Lub tegen de leerlingen: “zie je nou wel, ze willen jullie meester wegjagen”. Later kwamen hier stukken over in de Bergumer Courant en ontstond er een heuse rel in het dorp. Er werd een actiegroep opgericht, die handtekeningen verzamelde voor het bestuur met “Meester Lub moet blijven”. De voorzitter van het bestuur en de ondermeester die Lub wilde opvolgen en ook ds Rullmann kregen stenen door de ramen gegooid. Ds. Rullmann was zeer ontstemd omdat een steen vlakbij de wieg van zijn jongstgeborene terechtkwam. Lub had uiteindelijk alleen nog maar contact met het bestuur via briefjes. Uiteindelijk heeft het bestuur de zaak afgekocht voor ƒ 150,- als toeslag op zijn pensioen, waarbij Lub afstand moest doen van alle rechten en aanspraken. Hij kreeg alsnog eervol ontslag en de Bergumer Courant kopte dat de rust in Garyp was wedergekeerd.

Lub bleef na zijn ontslag in Garyp wonen op de plek waar nu de woningen Inialoane 37 en 39 staan. Hij had daar een grote tuin met een appelhof. Lub kwam op 17 november 1922 te overlijden en werd onder grote belangstelling op het Gariper kerkhof begraven. Een gewaardeerd man, een markante Gariper was heengegaan. Lub had één of meerdere dochters. Het is niet bekend of er nog familie van hem in leven is of in de buurt woonachtig is.

Gjalt Faber,

Info Oebele en Aly Smedes, Tæde Smedes en het boek “125 jaar Christelijk onderwijs in Garyp”.

(Uit: 'De Rabbelskûte' , dorpskrant van Garyp, 8ste Jaargang Nr.5, 24 juni 2005)

totop