Willem de Haan: de oudste inwoner van Garyp
door Elma van Lier
GARYP - Willem de Haan (96) praat wat binnensmonds en wordt regelmatig overstemd door een luid zingende kanarie. Dat weerhoudt hem er niet van te vertellen over een lang leven van hard werken, over de oorlog en het bombardement van Rotterdam. Zijn zoon en schoondochter zitten ook rond de tafel. Hij geniet duidelijk van alle luisterende oren.
De voorjaarszon valt volop binnen in het woudhuisje waar Willem geboren werd en - weer - woont. "Toen ik drie jaar was verhuisden wij naar Sumarreheide en werd het huisje verhuurd. Maar het bleef in de familie en toen ik in 1939 trouwde met Zus Nicolai hebben wij het eerst gehuurd en later gekocht. Het kostte 2000 gulden en dat had ik bij elkaar gespaard. Mensen hebben nu veel te veel schulden en je ziet dat het dan niet goed gaat."
Willem gaat al vroeg aan het werk. Zo rond zijn vijftiende wordt hij een gewilde 'molkfeint'. De boeren kunnen een knechtje die goed kan melken best gebruiken. "Toen ik bij een boer onder Leeuwarden werkte, liep ik heen en weer terug naar het werk, dat deed je gewoon, maar toen moest ik in dienst en toen kwam ook de oorlog. lk lag bij Haarlem en we gingen Iepenburg bewaken, maar de Duitsers waren veel te sterk. Vanuit de verte heb ik het bombardement van Rotterdam gezien. Heel erg."
En later, de Duitsers in het dorp: "Twee razzia's heb ik meegemaakt. Bij de laatste bonsden ze op de deur, ik schoot de kelder in." Hij wijst naar het slaapkamertje achter zich. "Daar zat ik, de Duitser stond op een meter afstand. Waar ik wel was, vroeg hij Zus. Die vertelde dat ik in het ziekenhuis lag. Maar, onze jongste dochter was ook in de kamer; in de kelder klopte het hart me in de keel. Stel je voor dat ze me zou verraden..." Ondanks dit spannende gebeuren spreekt Willem mild over de Duitsers. "Het waren ook maar gewoon jongens zoals wij, aardige jongens."
Na de oorlog was de werkeloosheid hoog. Willem krijgt werk via werkverschaffingsprojecten, zoals het aanleggen van sportvelden en onderhouden van heidevelden. Daarna heeft hij veel bazen gehad. lk vond steeds wel werk, want ik kon goed met mensen". Als hij vijfenvijftig is wordt hij alsnog eigen baas. "lk had gespaard, we konden een beetje geld lenen en daarmee kochten we twee 'pûnsmiet' land (een pûnsmiet is 36,74 are. Red.). We huurden nog wat grond erbij en we mochten bermen hooien. Zo konden we ons eigen bedrijf opbouwen met uiteindelijk wel dertig stuks vee. Dat was een goede tijd".
ln de kamer hangt een spreukentegel: 'Wie als vriend hier binnen gaat, komt nooit te vroeg, altijd te laat'. Bij de familie de Haan stond en staat altijd een kan met koffie op de tafel. "Wij hadden altijd veel aanloop. Maar toen stierf in 1988 Zus. Dat was een 'minne' tijd, want niet alleen was zij er niet meer, ook de maten van vroeger verdwenen één voor één". Willem heeft in die periode veel steun aan zijn geloof. "Bidden, veel meer kon je niet doen. Maar dat heeft me wel geholpen".
Tot vorig jaar scharrelde Willem nog volop om het huis, maar nu begint de leeftijd zijn tol te eisen. Komt hij nog wel eens van het erf? "Vroeger was ik naar het stembureau gegaan, want dat hield ik allemaal goed bij. Lubbers was een uitblinker! Dit keer stemt mijn zoon voor me. Dat is belangrijk, want de rijken passen te goed op zichzelf. We hebben nu een voedselbank. Vroeger hadden we alleen een gaarkeuken in de oorlog. De mensen hebben te veel schulden, dat komt door de banken. Maar ik klaag niet hoor", om zich heen wijzend: "ik heb het goed". De kanarie valt hem luid zingend bij.
(bron: weekblad Actief, 'Unfolsleine Tiid', 26 maart 2014)