Friesch Dagblad 13 maart 1954 - Sneinspetiele
Voorheen met Schoone dreeven (I)
14 stinsen?
Van de alleroudste geschiedenis van Garijp is niet al te veel bekend. Het zal evenals het zandeiland van Bergum tot Veenwouden al heel vroeg zijn bewoond. De weide, de heide, het water en de bossen in de omtrek boden voor de primitieve bewoners van die tijd genoeg om van te leven. De oude beschrijvingen vermelden, dat er eertijds 14 stinsen zijn geweest, maar de oude glorie van de adel is vergaan en er is slechts nog de herinnering van een enkele heerlijke state over. De schrijver van het boekje "Wandelingen door een gedeelte van Friesland" noemt er nog elf: Albada, Douma, Galama, Kinnema, Sixma, Voocklama, Wiarda, Amama, Kroetsma, Galchehiem, Solcama. Van de overige 3 zijn zelfs de namen vergeten, voegt hij er aan toe. Schotanus vermeldt er in 1622 nog 3: Solckemastins, Scroetsma-stins en Galkehiem. Solckema kreeg later de naam Hoogstins en Galkehiem werd in Binnenrust herdoopt.
Het laatste is thans een boerderij met die nieuwe vreedzame naam halverwege Suameer-Garijp, terwijl ook de naam Hoogstins aan dezelfde weg, maar veel dichter bij Garijp nog wel bekend is. Scroetsma kon ik op geen kaart meer vinden, hoewel juist dit geslacht nog al voornaam schijnt geweest te zijn. Zo was Foeke of Feike Scroetsma van 1528-1531 grietman van Tietjerksteradeel, terwijl in 1482 Jowta Scroetsma de post bekleedde. Hij zegelde onder meer een contract met het Bergumer klooster over het onderhoud van de Bergumerdam.
Ik vrees, dat de Garijpsters wat al te royaal met hun stinsen zijn geweest, in die zin, dat ze een flinke boerderij soms al die naam gaven of een bezitting van een edele heer, die elders woonde. Veertien is wel wat veel voor één dorp en het bezwaar klemt te meer, omdat er over de 14 "kastelen" vrijwel niets te vinden is.
Lees verder: sneinspetiele voor het volledige artikel en voor Deel II in de Sneinspetiele van 20 maart 1954