Ontstaan van het veen
Toen de zeespiegel en daarmee het grondwater begon te stijgen raakten de lagere gelegen gebieden onder water, ook het Lege Midden. Zo ontstonden er in grote delen van Friesland moerasachtige gebieden bedekt met meters veen. Het viswater verveende, wortels van bomen verstikten. De bossen in deze gebieden werden zo gevloerd en werden bedekt met een laag veen. Waarschijnlijk werkten overstromingen en stormen hieraan mee.
Het zeewater kwam echter alsmaar hoger, er ontstonden slinken tussen de eilanden. Het begin van de Lauwers, de Hunze en de Middelzee. Het Waddengebied met de eilanden werd zo gevormd.
Men leerde de kracht van de zee kennen, de zee waar niks tegen bestand was. Zeedijken waren er toen nog niet. Diezelfde zee zou enkele eeuwen voor onze jaartelling geheel Friesland overspoelen. Dit was de Grote Vloed die het veen wegspoelde en naar onze omgeving dreef en de omgevallen bossen bedekte.
De mens woonde nu in een open gebied en bij open water. Hij bleef langer op een vaste plek, op zandhoogten, als visser en als jager.
Later, aan het begin van de jaartelling woonde hij op kleine terpen en wierden.
In deze periode kwamen hier allerhande dieren voor: honden, doggen, katten, de oeros, herten en reeën, zwijnen en varkens. Zelfs de wolf kan hier in Garyp geleefd hebben. Ook waren er vele vogels en watervogels als ganzen en eenden.
Veen
In het veen blijft veel bewaard. Ook boomstammen van duizenden jaren oud. In 1993 zijn er zo bij Sigerswâld (Siegerswoude) tijdens graafwerkzaamheden ten behoeve van gashoofdleidingen op enkele meters diepte nog veel restanten van heel lange boomstammen gevonden. Ook in de buurt van de Hervormde Kerk van Garyp liggen er bomen onder het veen op het zand.